Amerikaanse sergeant Alvin York neemt 132 Duitsers krijgsgevangen (2024)


Dinsdag 8 oktober 1918 was een zware dag voor de 2de Württemberg Landwehr Divisie. Het 120ste, 122ste en 125ste regiment konden hun posities met moeite behouden tegen het Amerikaanse offensief dat op 26 september was gestart.

Luitenant Paul Jürgen Vollmer was een hoog onderscheiden officier die recentelijk het commando over het 1ste bataljon van het 120ste regiment had aanvaard.

De meeste van zijn soldaten kwamen uit Ulm waar Vollmer, voor de oorlog, directeur van het postkantoor was. Hij leidde op 8 oktober zijn troepen tegen de Amerikanen toen zijn bataljonsadjudant Karl Glass aan kwam rennen. Hij hoopte dat dit niet wéér een bericht was dat de Amerikanen elders waren doorgebroken.

Dat soort geruchten ging volop sinds 2 oktober toen het later zo genoemde Lost Battalion van de 77ste Amerikaanse Infanterie Divisie, een aantal kilometers verderop was doorgebroken.

Opgelucht hoorde Vollmer dat een deel van het 210de Pruisische reserveregiment een paar honderd meter achter hem was gearriveerd. Dit was wat hij nodig had om de verdediging tegen de Amerikanen te kunnen voortzetten.

Hij beval Glass dat hem te volgen naar zijn commandopost. Toen hij daar aankwam trof hij 70 soldaten van het 210de die hun wapens hadden neergelegd en aan het ontbijten waren. Hij vroeg waarmee ze in godsnaam bezig waren en de soldaten vertelden hem dat ze de hele nacht gelopen hadden en nu echt eerst iets moesten eten. Vollmer gaf hen het bevel direct hun wapens op te pakken en hem snel te volgen naar de frontlinie.

Plotseling kwam er een groep soldaten van het 210de de heuvel afrennen richting de commandopost en zij schreeuwden: ’Die Amerikaner kommen’. Daarna zag Vollmer aan zijn rechterkant een groep soldaten van het reserveregiment hun wapens weggooien en hun handen in de lucht steken terwijl ze riepen: Kamerad!, Kamerad!

Vollmer was verbijsterd, trok zijn pistool en gaf de soldaten bevel hun wapens weer op te pakken. Achter zijn rug kwam nu een groep Amerikaanse soldaten de heuvel af. De Duitsers geloofden dat er sprake was van een grote Amerikaanse aanval en de mannen gaven zich over. Voordat hij in de gaten had wat er gaande was, was hij zelf ook gevangen genomen door een grote Amerikaan met een rode snor. Die Amerikaan nu was corporal Alvin Cullum York.

Het Duitse verhaal begint op 7 oktober als de 2de Württemberg Landwehr Divisie zich voorbereidt op verdediging aan de oostzijde van de Argonnen. Vollmer en zijn mannen gingen naar de vallei achter het dorp Châtel-Chéhéry.

Toen hij onderweg was trok tegelijkertijd de 82ste infanteriedivisie van het Amerikaanse leger het dorp binnen. De Amerikanen bereidden een aanval voor op Castle Hill en Hill 180. Beide heuvels waren van groot belang en controleerden dit deel van de Argonnen. Later die dag vielen de Amerikanen de twee heuvels aan. De Duitsers behielden, ondanks zware verliezen Castle Hill gedeeltelijk, maar Hill 180 moesten ze prijsgeven.

Generaal Max von Gallwitz, de Duitse commandant in die regio, maakte zich grote zorgen over deze ontwikkelingen en stuurde de 210de Pruisische reserve divisie om het 120ste te helpen en om Hill 180 te heroveren. De tegenaanval stond gepland voor de volgende dag, 8 oktober om 10.30 uur.

Generaal Georg von der Marwitz van het 5de Duitse Leger zag drie grote bedreigingen:
1 - de doorbraak op 2 oktober door een geïsoleerde groep Amerikanen van de 77ste divisie.
2 - de aanval van de 82ste en 28ste divisie van de Amerikanen om het oostelijk deel van de Argonnen veilig te stellen en die tevens diende om de flank van het offensief in de Maasvallei te beschermen.
3. de bedreiging van de Maasvallei, net ten oosten van de Argonnen.

Dit alles was de gevaarlijkste bedreiging voor het Duitse 5de leger. Het was híer naar toe dat generaal John J. Persing, commandant van de American Expeditionary Forces (AEF) het grootste deel van het Eerste Leger stuurde met als doel de Duitse aanvoerspoorlijnen af te snijden die samenkwamen in Sedan, ongeveer 30 km noordelijker.

In tussentijd rapporteerden Duitse verkenners dat er Amerikanen optrokken in de richting van Castle Hill. Dit was het bataljon van York dat de volgende dag, na een artilleriebeschieting van tien minuten in noordwestelijke richting zou aanvallen.

Het bataljon moest een vallei met de vorm van een trechter oversteken om de spoorlijn te bereiken die gebruikt werd voor de Duitse bevoorrading en de die de belangrijke noord-zuid verbindingsweg in de Argonnen vormde. Ze hadden echter geen idee dat de Duitsers meer dan 35 machinegeweren hadden opgesteld om iedereen neer te maaien die zich in de vallei zou wagen.

In de vroege ochtend van 8 oktober lag er een deken van dikke mist over de Argonnen. Plotseling werd de stilte doorbroken door geweervuur en het ratelen van machinegeweren en hoorden de Duitsers de Amerikaanse soldaten naderen. Ze waren hun aanval begonnen zonder de ondersteunende barrage van de artillerie simpelweg omdat die het commando daartoe niet had ontvangen.

De eerste en tweede aanvalsgolf kwamen halverwege de vallei maar werden toen vastgepind door het van drie kanten komende vuur van machinegeweren. ‘Het was vreselijk, onze verliezen waren erg hoog’, vertelde York later, ‘Ik geloof niet dat ons hele bataljon of zelfs de hele divisie in staat zou zijn geweest om met een frontale aanval die machinegeweren uit te schakelen’.

De aanval stopte en de Amerikanen zochten dekking en begonnen zich in te graven. Het terrein was heuvelachtig en er waren genoeg bosjes en struiken waarachter de Duitse machinegeweren zich konden schuilhouden.

Tussen de Amerikanen die vastzaten halverwege de vallei, was het sergeant Harry Parson die aan een peloton van zeventien man opdracht gaf om de machinegeweren via een omtrekkende beweging uit te schakelen. Korporaal York maakte deel uit van deze groep, die geleid werd door sergeant Bernard Early.

Op het moment dat de veel te laat ingezette Amerikaanse artillerie de Duitsers onder vuur nam, begonnen Early en zijn mannen aan de omtrekkende beweging waarbij zij een gat vonden in de Duitse stellingen.

Even later hoorde Vollmer van Glass dat de reserve van het 210de was gearriveerd en hij trof ongeveer 70 Pruisische soldaten bij zijn commandopost aan die zaten te ontbijten. Daarna werd Vollmer gevangen genomen (zie hierboven) voordat hij in de gaten had wat er gebeurde. Glass, die wilde gaan rapporteren dat hij op de hellingen Amerikanen had gezien, werd ook door York gevangen genomen. Alles gebeurde zo snel dat zowel Vollmer als Glass als de soldaten van het 210de reserve regiment dachten dat er sprake was van een grote Amerikaanse verrassingsaanval.

Toen de zeventien Amerikanen hun 70 gevangenen verzamelden zagen Vollmers troepen verderop wat er gebeurde en zij seinden naar de gevangenen dat ze moesten gaan liggen en openden het vuur met machinegeweren. De regen van kogels dode zes Amerikanen onder wie sergeant Early en drie raakten ernstig gewond. Ook een aantal van de gevangenen werd bij deze actie gedood. De Duitse gevangenen begonnen met hun handen te zwaaien en schreeuwden: ‘Niet schieten! Er zijn Duitsers hier!’

Van de acht overgebleven Amerikanen was korporaal York de enige onderofficier. Terwijl zeven soldaten de gevangenen onder schot hielden zocht York in de chaos een positie waar hij goed zicht had op de Duitse machinegeweren. Om op York te kunnen vuren moesten de Duitsers hun hoofd boven hun dekking uitsteken. En telkens als York een Duitse helm zag vuurde hij met een geweer en schoot iedere keer raak. Vollmer zag dat York op deze manier al twintig van zijn manschappen had uitgeschakeld. Er waren zodoende minstens drie complete machinegeweerteams gedood.

York, die later zei dat hij een diep gelovig Christen was en niet meer mannen wilde doden dan strikt noodzakelijk was, schreeuwde dat de Duitsers zich moesten overgeven. Ondertussen had luitenant Endriss, die zag dat Vollmer in moeilijkheden verkeerde, een groepje manschappen om zich heen verzameld om een tegenaanval in te zetten.

York was door munitiegebrek overgegaan op zijn Colt .45 semi-automatische pistool en één voor één schakelde hij de soldaten van luitenant Endriss uit. De laatste die hij neerschoot was Endriss zelf. Later vertelde York dat hij de soldaten en de officier met zijn pistool neerschoot ‘like wild turkeys’.

Vollmer die Engels sprak en niet precies wist hoeveel soldaten er inmiddels waren gedood zag dat z´n vriend Endriss dringend hulp nodig had en schreeuwde naar York: ‘English?’ York antwoordde: ‘No, not English’. Vollmer die het niet begreep riep: ‘What?’ waarop York antwoordde: ‘American’.

Vollmer riep: ‘Good Lord! If you won´t shoot any more I will make them to give up’. York riep: ‘Go ahead’ en Vollmer blies op een fluit en schreeuwde een order naar z´n mannen dat ze zich moesten overgeven. De soldaten gooiden hun wapens neer en moesten zich aansluiten bij de andere gevangenen.

Vervolgens gaf York Vollmer het bevel dat de gevangenen zich in een rijen moesten opstellen en de Amerikaanse gewonden moesten dragen. Daarna kwam de colonne in beweging met Vollmer voorop en direct daarachter York die z´n pistool op z´n voorganger had gericht. York bracht z´n gevangenen terug naar de Amerikaanse linies in de richting van Châtel-Chéhéry.

Onderweg stuitte hij met zijn gevangenen nog op de Beierse luitenant Thoma en zijn peloton, deze wilde het gevecht aangaan met York maar Vollmer, die nog steeds het pistool in de rug voelde schreeuwde dat Thoma en zijn manschappen zich ook moesten overgeven en dat ze omsingeld waren, wat in werkelijkheid niet waar was.

Thoma riep dat hij dat alleen kon doen als Vollmer daarvoor de volle verantwoording wilde dragen. Vollmer zei dat hij dat zou doen en vervolgens legde Thoma en zijn mannen, onder wie zich ook twee machinegeweerteams bevonden, hun wapens neer en sloten zich aan bij de rest van de gevangenen.

Luitenant Joseph A. Woods, York´s bataljons adjudant, zag de groep mannen in de verte aankomen en dacht dat er sprake was van een Duitse tegenaanval. Hij verzamelde zoveel mogelijk soldaten voor het gevecht maar toen hij voor de tweede keer door zijn verrekijker keek zag hij dat de Duitsers ongewapend waren.

Toen York bij Woods was aangekomen salueerde hij en zei: ‘Corporal York reports with prisoners, sir’. ‘How many prisoners do you have, corporal?’ York antwoordde: ‘Honestly Lieutenant, I don´t know, sir’. Woods die hoogst verbaasd was maar daarvan niets liet merken, zei vervolgens: ‘Take then back to Châtel-Chéhéry, and I will count them as they go by’. Woods telde 132 Duitsers.

Paul Vollmer heeft vier jaar aan het Westelijk Front gediend. Na de oorlog ging hij terug naar Ulm om weer bij de posterijen te werken. In 1929 werd hem gevraagd om over de gebeurtenissen op 8 oktober 1918 een verklaring af te leggen aan het Duits Archief in Postdam maar in eerste instantie wilde hij dat niet.

Na verschillende verzoeken heeft hij uiteindelijk toch een verklaring afgelegd. Volmer hield vol dat er een grote groep Amerikanen was en niet alleen York en zijn mannen. Volgens Vollmer was het onmogelijk dat zo weinig mannen zo´n grote groep goed getrainde Duitse soldaten gevangen kon nemen.

Korporaal Alvin C. York werd bevorderd tot sergeant en ontving voor zijn daden de Medal of Honor, de hoogste Amerikaanse onderscheiding. (Voor de Citation bohorende bij de uitreikingklik hier.) Hij werd ook onderscheiden met het Distinguished Service Cross, het Franse Croix de Guerre en verschillende andere hoge onderscheidingen. Na de oorlog keerde hij terug naar Tennesee waar de mensen uit zijn dorp zo trots op hem waren dat ze hem een boerderij gaven. Hij trouwde met z´n jeugdliefde Gracie Williams en samen kregen ze zeven kinderen: vijf jongens en twee meisjes. Hij overleed in 1964 op 76-jarige leeftijd.

Amerikaanse sergeant Alvin York neemt 132 Duitsers krijgsgevangen (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Cheryll Lueilwitz

Last Updated:

Views: 5627

Rating: 4.3 / 5 (54 voted)

Reviews: 85% of readers found this page helpful

Author information

Name: Cheryll Lueilwitz

Birthday: 1997-12-23

Address: 4653 O'Kon Hill, Lake Juanstad, AR 65469

Phone: +494124489301

Job: Marketing Representative

Hobby: Reading, Ice skating, Foraging, BASE jumping, Hiking, Skateboarding, Kayaking

Introduction: My name is Cheryll Lueilwitz, I am a sparkling, clean, super, lucky, joyous, outstanding, lucky person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.